Mag een Burgemeester handhaven op bijvoorbeeld een sportschool?

 

Naar aanleiding van de laatste persconferentie van 2 november 2021, volgt hier een update voor de specifieke groep sport-ondernemers en hoe deze regels zich verhouden tot handhaving.

Sport-ondernemers zijn er in vele vormen en maten. Van een fitnessclub tot een judo-school en van dansschool tot schaakclub. Er is dus niet generiek te zeggen wat voor u geldt. Wel kunt u vrij eenvoudig, aan de hand een paar eenvoudige stappen vaststellen wat voor uw onderneming van toepassing is.

Openbare ruimte of besloten plaats?

 

Het antwoord op deze vraag hangt af van de aard van uw werkzaamheden en ook op welk tijdstip u bepaalde werkzaamheden verricht. (Over dit laatste straks meer).

De definities:

Kan eenieder op elk gewenst tijdstip binnen komen lopen en (evt. tegen vergoeding) gebruik maken van uw diensten? Dan is uw onderneming in basis een openbare ruimte.

Is uw onderneming alleen toegankelijk voor bijvoorbeeld leden? Kunnen personen niet zomaar binnen komen en van uw diensten ter plekke gebruik maken? Dan is uw onderneming in basis een besloten plaats.

Indien het laatste van toepassing is, betekent dit nog niet dat uw onderneming nooit tot de openbare ruimte gerekend kan of zal worden. Organiseert u bijvoorbeeld een Open Dag binnen uw sportschool, dan is uw onderneming die dag wel degelijk een openbare ruimte en gelden derhalve ook eventueel andere regels!

Praktijkvoorbeeld:

Karate-school X verzorgt sportlessen van maandag t/m vrijdag. Vanwege de Corona-maatregelen is het lastig gebleken om nieuwe cursisten aan te trekken. Er is in de afgelopen maanden geen nieuwe beginnersklas (witte band) gestart. Derhalve geeft hij op dit moment alleen lessen voor mensen met minimaal een oranje band en hoger. De onderneming werkt volgens onderstaand schema:

Tijd

MAANDAG

DINSDAG

WOENSDAG

DONDERDAG

VRIJDAG

19:00 – 21:00

Oranje band

Blauwe band

Bruin 1e graad

Bruin 3e graad

Zwart 2e graad

21:00 – 23:00

Paarse band

Groene band

Bruin 2e graad

Zwart 1e graad

Zwart 3e graad

Door de minimum vereisten qua kunde van de cursisten, valt X op dit moment onder een besloten plaats. Immers kan iemand zonder enige kennis en ervaring in karate niet zomaar een les binnen lopen en meedoen op het betreffende niveau. Indien X wekelijks een inloopworkshop verzorgd op de zaterdag van 19:00-21:00 dan is X alleen een openbare ruimte op die dag en tijdens die uren. X blijft daarbuiten dus een besloten plaats.

 

Handhaving

 

Wie mag er nu eigenlijk handhaven en wie dient u als ondernemer dus toegang te verlenen tot uw bedrijf?

In art. 58 lid 2 van de Wpg (Wet publieke gezondheid) is bepaald dat de Burgemeester in beginsel alleen bevoegd is te handhaven m.b.t. “Corona-regels” in openbare ruimtes en besloten plaatsen waar géén bedrijf wordt uitgeoefend. Oftewel: de Burgemeester (en daarmee dus ook de Boa’s zijn níet bevoegd om bij X te controleren en/of te handhaven tijdens reguliere lessen.

De verantwoorlijkheid van de controle en handhaving ligt bij Onze Minister (de politie).

Kortom: komt een politieagent bij X voor controle dan dient X toegang te geven en medewerking te verlenen aan de controle. Komt een Boa bij X, dan mag X de Boa de toegang weigeren/ontzeggen. Voor de duidelijkheid: indien de Boa hier geen gehoor aan geeft pleegt de Boa huisvredebreuk en kan hij (evt. met behulp van de Politie) verwijderd worden.

Is de Burgemeester dan nooit bevoegd te handhaven op besloten plaatsen waar een bedrijf wordt uitgeoefend? Nee, in sommige gevallen kan een Burgemeester alsnog die bevoegdheid verkrijgen. Hier is dan wel een direct bevel van de Minister voor nodig. Een dergelijk bevel dient dan door de Burgemeester op schrift te worden gesteld en dient overlegd te worden, specifiek gericht op een individueel bedrijf waar een ernstige vrees bestaat voor de onmiddellijke verspreiding van het virus. (Art. 58L lid 4) Er dient sprake te zijn van een spoedeisend geval!

Daarnaast is het ook van belang om te weten dat een eventuele boete (last onder dwangsom) niet gegeven kan worden door de Burgemeester. Dit kan wel door de Minister. (Art. 58u lid 1a).

Kortom: als sport-ondernemer met een onderneming vallend onder de noemer besloten plaats, heeft u in beginsel niets te maken met de Gemeente/Burgemeester/Boa’s. Dit zegt niets over of u zich aan bepaalde maatregelen, die op uw sector van toepassing zouden kunnen zijn, dient te houden. Dit zegt louter of u gehoor moet geven aan verzoeken tot binnentreden/controle door individuen die daartoe niet bevoegd zijn.

Wetsartikelen Wpg

Inzake bevoegdheden handhaving

Art. 58 e lid 5


In een krachtens dit hoofdstuk vast te stellen ministeriële regeling kan aan de burgemeester de bevoegdheid worden toegekend om de plaatsen aan te wijzen waar de in die regeling gestelde regels van toepassing zijn. Aan de uitoefening van de bevoegdheid kunnen in die ministeriële regeling voorwaarden en beperkingen worden verbonden.

Art. 58 l lid 2

Indien de besloten plaats een ruimte betreft waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend en Onze Minister van oordeel is dat de daar aanwezige personen het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58f tot en met 58j niet in acht kunnen nemen, kan hij een schriftelijke aanwijzing geven aan degene die bevoegd is tot het aan die plaats treffen van voorzieningen of tot het toelaten tot die plaats van personen. Indien de besloten plaats een ruimte betreft waar geen beroep of bedrijf wordt uitgeoefend, is de burgemeester bevoegd deze aanwijzing te geven.

Art. 58 l lid 4


In een spoedeisende situatie kan Onze Minister onderscheidenlijk de burgemeester een bevel geven. Indien het bevel mondeling wordt gegeven, wordt het zo spoedig mogelijk op schrift gesteld en bekendgemaakt.

Art. 58 n

Indien door een gedraging of activiteit in of vanuit een besloten plaats, niet zijnde een woning, een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het virus SARS-CoV-2 ontstaat, kan de burgemeester de bevelen geven die nodig zijn voor de beëindiging van de gedraging of activiteit en de daar aanwezige personen bevelen zich onmiddellijk te verwijderen.

Art. 58 ra lid 10

Het is verboden om voor deelname aan of toegang tot activiteiten of voorzieningen in openbare plaatsen of publieke plaatsen eisen te stellen met betrekking tot het beschikken over een resultaat, tenzij daarvoor regels als bedoeld in het eerste of derde lid zijn gesteld.

Art. 58 u lid 3 b

De burgemeester is bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van:

  • het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58h, eerste lid, en 58i;
  • het bepaalde krachtens artikel 58j, eerste lid, indien de overtreding wordt begaan op een openbare of publieke plaats of een besloten plaats indien deze geen ruimte betreft waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend.

Art.64 a lid 1&2

1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk Va of onderdelen daarvan, met uitzondering van de artikelen 58q en 58r, zijn voorts belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren. Indien de aanwijzing ambtenaren betreft, ressorterende onder een ander ministerie dan dat van Onze Minister, wordt het besluit genomen in overeenstemming met Onze Minister die het mede aangaat.

2 Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Art. 65 lid 1


In het geval van een besmetting of infectie of bij een gegrond vermoeden daarvan, zijn binnen hun ambtsgebied de burgemeester dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio, de daartoe door de burgemeester dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke gezondheidsdienst en de daartoe aangewezen ambtenaren van de inspectie bevoegd, desgevraagd na het tonen van een legitimatiebewijs, elke plaats te betreden of te verlaten, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak op grond van deze wet nodig is. Zonodig verschaffen zij zich toegang met behulp van de sterke arm.